Wij houden een winterstop !!
De tentoonstelling is weer open vanaf 2 april 2016
Cooppal Caulille maakte vanaf 1898 voor het eerst gebruik van een nieuwe energiebron: elektriciteit, een voor die tijd spectaculaire ontwikkeling.
Eén decennium later beschikte de buskruitfabriek al over een volwaardig stroomnet van 500 volt. Kaulille zelf bleef tot 1924 verstoken van elektriciteit.
In 1915 beslisten de Duitsers om langs de Belgisch-Nederlandse grens een elektrische draadversperring aan te leggen met daarop een spanning van ongeveer 2.000 volt.
De vereiste hoogspanning werd geleverd door generatoren.
De generator van de buskruitfabriek Cooppal werd ingezet om de draadversperring aan de Maas, in Noord-Limburg en een deel van de Antwerpse Kempen te voorzien van hoogspanning.
De generator (drijfkracht) van 3 x 500 volt werd aangedreven door een Carels stoommachine.
Omdat een spanning van 500 volt te laag was voor de doodendraad, plaatsten de Duitsers achter de generator een transformator, die de spanning opvoerde naar 2.000 volt of meer.
Deze spanning werd via hoogspanningsleidingen naar de schakelhuizen gebracht en van daaruit via schakelaars naar delen van de grensdraad.
Op tal van manieren heeft men getracht het hoogspanningsnet te saboteren, onder andere door isolatoren aan de hoogspanningspalen te vernielen of door metalen draden op de leidingen te werpen. Hiervoor werd de gemeente Kaulille in 1917 een strafcontributie opgelegd van 400 Duitse mark
Die Sulzer Tandemverbund-Dampfmaschine mit MFO Schwungradgenerator, erbaut 1904